Waarom mocht een vrouw die ooit met PVV-leider Geert Wilders naar Hongarije vloog een vraag stellen? En wat had een belangrijke VVD-donateur met een uitzendbureau te zoeken bij het ‘Debat van Nederland’?
Het SBS-verkiezingsdebat van afgelopen donderdag heeft onder commentatoren nogal wat losgemaakt. „SBS liet PVV-fan de aanval openen op Frans Timmermans”, schreef Joop.nl maandag. „Wie is verantwoordelijk voor deze vermoedelijke oplichting / beïnvloeding?”, twitterde acteur en regisseur Diederik Ebbinge een dag eerder. Volgens Volkskrant-columnist Sander Schimmelpenninck „leek sprake van een hinderlaag” toen een „zelfverklaarde zielige vrouw tegen hem [Timmermans] aan begon te blaffen”.
Wat is er aan de hand? Cindy Slaper van der Werff uit Zaandam vertelde Frans Timmermans in de uitzending dat ze haar eigen risico van 385 euro per jaar niet kan betalen. „Ik ben chronisch ziek, het hele jaar.” Daarop antwoordde Timmermans, premierskandidaat voor GroenLinks/PvdA, dat hij de armoede in Nederland de komende vier jaar wil halveren en het eigen risico wil afbouwen. „De komende vier jaar is te laat”, riep zij daarop, waarna Geert Wilders de aanval op Timmermans opende. „U staat hier met een wachtgeld van 15.000 euro per maand”, zei hij. „Mevrouw kan niet wachten.”
Lees ook De lijsttrekkers hadden maar een klein zetje nodig om hun lagere instincten aan te boren
Wilders oogstte een daverend applaus, onder meer van Slaper van der Werff. Op sociale media ging het fragment viraal. De PVV-leider werd door kijkers van het debat gezien als winnaar, bleek uit de eigen ‘flitspeiling’ van SBS 6. Het debat wordt een „gamechanger” genoemd, waarbij de PVV zich op het laatste moment lijkt te mengen in de strijd om wie de grootste partij wordt. Onder meer opiniepeiler Maurice de Hond noemde het debat zo, nadat in zijn peiling de PVV plotseling vijf zetels steeg. In de laatste peiling van I&O Research steeg de partij van Wilders deze week zelfs met zes zetels. Het debat is met 1,4 miljoen kijkers het tot nu toe best bekeken tv-debat in dit verkiezingsjaar.
Confrontatie
Maar was Slaper van der Werffs optreden een ‘aanval op Timmermans’? Zoals in het debat te zien is, was haar oorspronkelijke vraag gericht aan Pieter Omtzigt (NSC). Ze wil weten waarom bij hem het minimumloon „niet omhoog gaat, zoals [bij] de andere drie partijen”. GroenLinks-PvdA wil deze zelfs naar 16 euro verhogen. Ze wil alweer bijna gaan zitten, als Timmermans óók aan Omtzigt vraagt waarom hij niet meedoet met de verhoging. Pas dan, als de GroenLinks-PvdA-leider zegt dat het eigen risico omlaag moet, ontspint zich de genoemde confrontatie.
Op zondag, drie dagen na het debat, dook een ‘selfie’ op van Slaper van der Werff in een vliegtuig samen met Wilders. Het vermoeden van doorgestoken kaart was geboren. Kenden de twee elkaar en had de PVV Slaper van der Werff naar voren geschoven om Timmermans in de uitzending onderuit te halen? En hoe kan het eigenlijk dat iemand die zegt haar eigen risico niet te kunnen betalen, wel een vliegreis naar Hongarije kan bekostigen?
„Allemaal onzin”, reageert de Zaandamse tegenover NRC. „Ik ging op vakantie naar mijn moeder in Hongarije en Geert Wilders zat toevallig achter mij in het vliegtuig. Daarna heb ik hem nooit meer gesproken. De PVV wist helemaal niet dat ik in de uitzending zou komen”, zegt ze. Ze stemt wel PVV, dat was bekend bij de redactie. Hoofdredacteur Marc Veeningen van Hart van Nederland, verantwoordelijk voor het debat, in een algemene verklaring: „Er is nooit gesuggereerd dat het ging om zwevende of volledig objectieve kiezers. Dat is ook onmogelijk.”
Slaper van der Werff, die een stichting heeft waarbij voedselhulp wordt uitgedeeld, heeft naar eigen zeggen maanden gespaard voor de budgetvlucht naar Hongarije. „En ik heb daar bij mijn moeder gelogeerd.” Ze zou zijn uitgenodigd voor het debat nadat ze in september een interview over armoede gaf aan tv-programma Hart van Nederland.
VVD-donateur
In het debatprogramma van SBS mocht zakenman Frank van Gool, bekend van uitzendbureau Otto Work Force, ook een vraag stellen. Van Gool doneerde samen met zakenpartners twee ton aan de VVD-campagne. Hij begon zijn vraag over arbeidsmigratie door VVD-leider Dilan Yesilgöz uitgebreid te prijzen. Dit voedde het idee dat politieke partijen een hand hadden in de selectie van de vragenstellers. Zijn vraag was gericht aan Omtzigt: hoe NSC denkt dat de schappen vol komen die partij de arbeidsmigratie wil inperken.
Ook Van Gool ontkent een opzetje. Hij stuurt de uitnodiging door die de redactie aan hem stuurde. Daarin wordt hij gevraagd om in de uitzending zijn licht te laten schijnen over de politieke plannen om arbeidsmigratie in te perken. Hij mag onder andere uitleggen „waarom Nederland arbeidsmigranten nodig heeft”, aldus de uitnodiging. Partijen hadden geen invloed op de selectie van de vragenstellers, laat de SBS-redactie weten. Van Gool werd in de uitzending, naar eigen zeggen op zijn verzoek, wel geïntroduceerd als VVD-donateur.
Mijn vader houdt van biografieën. Een aantal jaar geleden gaf ik hem een roman cadeau voor zijn verjaardag – goed voor de afwisseling, dacht ik. Het werd Een klein leven van Hanya Yanagihara, dat destijds een hype was. Ik had het zelf niet gelezen. Nu vind ik dat een misdaad, iemand een boek geven dat je zelf niet hebt goedgekeurd, toen deed ik dat gewoon.
Mijn vader bedankte me, jarenlang hoorde ik niks – de biografieën gingen voor – tot hij er op een zondagmiddag zomaar over begon. „Weten jullie wat pas een vreselijk boek is?” zei hij. „Een klein leven. Mijn hemel, wat een marteling.” Ik zei niks. Hij keek even gepijnigd als de figuur op het omslag.
De jaren daarna is hij nog verschillende keren op het boek teruggekomen – hij was duidelijk vergeten dat ik het hem had gegeven. Zijn bewoordingen werden alsmaar feller: de laatste keer dat hij erover begon noemde hij Een klein leven „het ergste boek óóit”.
Ik heb in stilte van het voorval geleerd. Afgelopen maand gaf ik hem voor vaderdag Vleugelman cadeau, de biografie van Godfried Bomans. Dat trof, want hij was net klaar met Ik heb nog nooit gelogen, de biografie van Hugo Brandt Corstius. „Een gewéldig boek”, volgens hem.
„De biografie is populairder dan ooit”, stelde literatuurwetenschapper Lotte Jensen afgelopen maandag in het radioprogramma Spraakmakers. Of zo’n ding nou over Godfried Bomans, Angela Merkel of Arne Slot gaat: verkopen doet het. Begrijpen doe ik het niet helemaal. Toen ik Vleugelman vlak voor aanschaf in de winkel opensloeg, stuitte ik al snel op de volgende passage: „Joseph, die de overgrootvader van Godfried Bomans zou worden, kwam met zijn zusje terecht in het Weezengesticht in het Drentse Frederiksoord, onderdeel van de Maatschappij van Weldadigheid, waar hij tot zijn twintigste verbleef.”
Van zo’n zin moet ik al een half uurtje op bed liggen. Waar halen andere mensen het geduld en de interesse vandaan? Hoe vind je de moed om na zoiets nog 400 pagina’s verder te lezen?
Als ik het mijn vader vraag, krijg ik geen duidelijk antwoord. „Tja,” verzucht hij dan, „zo’n heel leven…”. Gelukzalige blik erbij. Dezelfde blik herkende ik bij Jensen tijdens haar radio-interview (tegenwoordig krijg je daar ook beeld bij). Jensen is bezig met de biografie van dichter Hendrik Tollens, zowel haar „guilty pleasure” als „één van de saaiste mensen ever” – alsof de biografie van een interessant iemand schrijven al niet moeilijk genoeg is.
Ook van een saai iemand valt volgens Jensen iets te maken. „Soms was [Tollens] gewoon heel naar en onaardig, dat had ik allemaal niet verwacht van deze liefdadige burger-dichter.” Sterker nog, het was „een enorme roddelaar. En hij was heel snel beledigd als iemand niet snel genoeg terugschreef.” Valt hier even iemand gruwelijk door de mand. En wat betreft Bomans: die schreef weliswaar aandoenlijke sprookjes over kevers en vlinders, maar ging zodra hij daarmee klaar was keihard vreemd.
En zo gaat het altijd met biografieën: heeft iemand een ruig imago, dan zoomt de biograaf in op de verzachtende omstandigheden. Staat iemand te boek als braaf, dan moeten er juist ineens allerlei schaduwkanten tevoorschijn worden gehaald. Na vijfenveertig hoofdstukken ben je er dan achter dat iemand een beetje goed was, maar ook een beetje slecht. Een beetje verlegen, maar ook een beetje een vreemdganger.
„Het is leuk als iemand ook een donkere kant heeft,” aldus Jensen. Iemand met geen enkele duistere kant, of juist alleen maar nare karaktertrekken: dat zou pas vernieuwend zijn.
Toegegeven: de binnenkort te verschijnen biografie van actrice Gwyneth Paltrow (die van de vaginakaars), waarin ze vertelt dat ze zichzelf te slim vond voor ex Brad Pitt, zou ik wel willen lezen. Als ik ‘m uit heb, mag mijn vader ’m lenen.
Tessa Sparreboom is neerlandicus en oud-redacteur van Propria Cures.
De kisscam zag ik voor het eerst in New York tijdens een honkbalpotje van de Yankees en vond ik toen meteen tuttig, kinderachtig en superburgerlijk. Maar ik was duidelijk de enige. Het stadion genoot steeds met volle teugen als er twee obese Amerikanen in beeld kwamen die hun lippen onsmakelijk op die van de ander drukten. Je zag meteen dat het voor beiden lang geleden was.
Ik dacht dat dit puberale kisscamgereutel bij de VS hoorde, maar na het Coldplay-incidentje las ik dat het bij de Toppers ook al jaren een groot succes is. Nog een reden om daar niet naartoe te gaan.
Wel grappig dat het leven van dit duo Coldplay-fans in een seconde volkomen aan flarden is. Of juist niet. Misschien zijn ze wel opgelucht dat iedereen weet dat zij een setje zijn en kunnen ze thuis eindelijk opbreken. Daarbij zijn ze ook nog eens hun baan kwijt en dat lijkt me een opluchting. Als je bij een bedrijf werkt dat om deze reden niet verder met je wil dan mag je blij zijn dat je weg bent bij dit soort hypocriete fatsoensrakkers. Dus nu lekker op vakantie en vrolijk werken aan een nieuwe toekomst met wie en waar dan ook.
Wel interessant dat dit onbenullige incidentje afgelopen week meer aandacht kreeg dan de actuele gruwelbeelden uit Gaza waar de Israëliërs al een tijdje bezig zijn met een meedogenloze genocide die je van veel mensen geen genocide mag noemen. Waarom dat niet mag? Geen idee. Hoe moet je het dan noemen? Iets met Weight Watchers of anorexia?
De foto’s en de televisiebeelden spreken voor zich. Of is dit weer door Hamas verzonnen nepnieuws? Net als dat er Palestijnse jongetjes door soldaten dwars door hun testikels zijn geschoten. Een nieuwe manier van besnijden. Dit nieuws komt van artsen. Die verzinnen dat toch niet? Dokters die binnenkort ook van de honger zullen sterven.
Zo knap dat onze regering hier geen uitspraak over deed en dat de Kamer geen zin heeft om voor dit saaie gedoe terug te komen van vakantie. Sta je net lekker in de rij voor een bordje verse inktvis in een of ander mediterraan all-inclusivereservaat en dan belt er een muffe Nederlandse linkspoot of je naar huis wil komen om Netanyahu tot de orde te roepen. Alsof die naar je luistert.
Gelukkig is er inmiddels een spontaan lawaaiprotest vanuit de Nederlandse bevolking ontstaan. In de hal van het Amsterdamse CS. Rond etenstijd. Om het nog even extra duidelijk te maken. En als het een beetje meezit dan groeit deze club gestaag. Inmiddels is onze voortvarende premier Dickie Schoof zowaar wakker geschud. Volgens hem moet Netanyahu zijn koers wijzigen. Wijzigen? Stoppen met die oorlogsmisdaden en onmiddellijk die vrachtwagens met voedsel doorlaten.
En die luidruchtige protesten. Worden die binnenkort strafbaar? Zou zomaar kunnen. Ik las dat alle conducteurs van de NS een gummiknuppel krijgen. Misschien wel om de stationshal schoon te kunnen vegen. Mij verbaast niets meer.
Dit alles stond ik afgelopen week te bedenken in mijn dure Amsterdamse sportschool Saints & Stars waar ik me lange tijd drie keer per week heerlijk thuis voelde tussen allerlei tweedehands influencers en collega-BN’ers. Het heerlijke botoxvolk dat zichzelf enthousiast uit de naad stond te springen, terwijl er in de coulissen Filippijnse en Indonesische slaafjes klaarstonden om na afloop hun peperdure zweetdruppels van de apparaten te vegen.
Terwijl ik na afloop naar de ploeterende slaafjes keek stond ik met mijn grachtengordelcollega’s onder het genot van een havermelkcappuccino de sportschool te prijzen omdat die onderdak bood aan vluchtelingen. En niet alleen onderdak. Ook gezelligheid. De slaafjes sliepen namelijk met zijn allen in één bed.
Maar nu de sportschool door Het Parool meedogenloos ontmaskerd is, neem ik net als de rest onmiddellijk afstand van deze feodale club. Ik ga weer lekker terug naar mijn oude vertrouwde stek waar ik jaren gelukkig was met de kunstzinnige linkse elite van de hoofdstad. Waar dat is? Het zwembad van het Amstel Hotel.
Het is zomervakantie op de campus van de TU Eindhoven en het Neuron-gebouw is bijna volledig uitgestorven. Op twee mannen na: op de eerste verdieping, tussen de uitgeschakelde computers van het AI-centrum, werken Lex Hoefsloot (34) en Bob van der Meulen (28) door. De koffiebar onderin het net gerenoveerde gebouw is gesloten; de twee verontschuldigen zich ervoor dat er niks anders op zit dan het slappe spul uit een machine.
„Hier komen we eens in de twee weken ongeveer bij elkaar”, zegt Van der Meulen. „En dan gaat Lex vooral heel veel vragen.”
Van der Meulen is een jonge ondernemer die z’n eerste softwarebedrijfje heeft opgericht en een studenteninvesteringsfonds. Nu jaagt hij achter een grotere ambitie aan. Hoefsloot is zijn mentor, die sinds een half jaar twee dagen per week meer jonge student-ondernemers aan de TU begeleidt. Het is een nieuwe baan, na jaren als boegbeeld van Lightyear, de hyperambitieuze en gesneuvelde poging een Nederlandse fabrikant van zonneauto’s op te zetten.
Grote plannen
Hoefsloot is zo terug waar zijn avontuur ooit begon. Hier ontwikkelden hij en vier medestudenten tien jaar geleden het plan een auto met zonnepanelen naar de markt te brengen. Het maakte hem uiteindelijk de bekendste start-upondernemer van Nederland. Hoefsloot ging naar San Francisco op zoek naar geld, naar beurzen in Las Vegas, hij zat in tv-programma College Tour, bij de minister van Economische Zaken, begon met autoproductie in Finland. Er werkten meer dan 600 mensen bij Lightyear.
Lex Hoefsloot: „In Nederland saboteren we onszelf vaak: uit angst om te verliezen, willen we niet winnen.”
Foto Merlin Daleman
Begin 2023 ging het bedrijf failliet. Dat kwam voor velen abrupt. Een deel van de investeerders was woedend, 200 miljoen euro in rook opgegaan. Hoefsloot kreeg al snel het stempel van mislukt ondernemer. Maar er was ook een ander geluid: Nederland, of Europa, heeft juist meer Lex Hoefsloots nodig. Mensen met grote plannen, die soms mislukken en soms slagen.
Welke reactie komt Hoefsloot zelf het meest tegen? „Allebei. Maar er is niemand die recht in je gezicht zegt dat je niets bereikt hebt. Ik hoop dat de doorstart van Lightyear laat zien dat er ook nog iets goeds uit voort kan komen.” Lightyear is – afgeslankt – nog actief als producent van zonnedaken.
Heldenstatus
NRC vroeg Hoefsloot al in 2024 of hij wilde terugblikken op Lightyear en praten over de lessen die hij leerde. Dat duurde even. Hoefsloot was een tijd op reis en nam tijd voor zichzelf. Half juli vond dit gesprek plaats. De vraag aan hem was ook of hij iemand mee kon nemen die hij begeleidt. Wat brengt hij nu over?
Als een van de bekendste zonen van de universiteit geniet hij in Eindhoven vooral een heldenstatus onder studenten die zelf een bedrijf willen beginnen. „Lex leert mij dat je gewoon, bam, je grote ambitie moet najagen”, zegt Van der Meulen. „Geen concessies doen.” Hij is tien keer zo ver gekomen als mensen dachten, zegt hij.
Inmiddels mikt Van der Meulen hoger dan zijn softwarebedrijfje en het fonds waarin jonge ondernemers kunnen investeren in plannen van studenten. Hij wil een Europese variant van Y Combinator opzetten, een fameus investeringsfonds uit Silicon Valley dat start-ups via een intensief programma helpt groeien en ze koppelt aan ondernemers met ervaring. Beroemde bedrijven als Airbnb, Stripe en Doordash zijn eruit voortgekomen. Sam Altman was er een tijd de baas, voordat hij met OpenAI begon.
„Zoiets bestaat nog niet in Europa. Als dit lukt, kunnen we echt de wereld veranderen”, zegt Van der Meulen. „Aan de basis staan van twee- of driehonderd succesvolle bedrijven, die bijdragen aan het innovatiever maken van de Europese economie.” Hij is in gesprek met financiers, zowel privaat als publiek. En met founders, mensen die al een keer een onderneming hebben opgezet. „Zij kunnen nieuwe ondernemers begeleiden.”
Tijdens onze camperreis lukte het ons ook niet echt om rust te nemen
Enter Hoefsloot. Die heeft kennis, een netwerk, ervaring. Van der Meulen: „Hij brengt me in contact met investeerders, ook Amerikaanse.” Van „hoe extreem die mensen denken” leert Van der Meulen veel. „Ze zeggen: wij gaan duizend procent die kant op, de rest is dom. Heel wat anders dan het compromisfestival hier in Nederland.”
Soms geeft Hoefsloot juist waarschuwingen. Zoals: je bent er pas als de handtekeningen zijn gezet. Hoefsloot: „Je moet nooit te vroeg een feestje vieren.” Lachend: „Dat hebben wij bij Lightyear veel te vaak gedaan.” Lightyear ging in 2023 mede failliet omdat een verwachte investering door familieconcern VDL niet doorging.
Therapie
De grootse plannen van Lightyear, met aan het hoofd de „Nederlandse Elon Musk” (dixit Twan Huys van College Tour), spraken lange tijd enorm tot de verbeelding. Het haalde geld op bij bekende namen als SHV, InvestNL en Feike Sijbesma, voormalig topman van DSM. Dat was eind 2022 bijna allemaal op. Onder meer een productiestart in Finland viel erg duur uit.
De nasleep van het faillissement was moeizaam. Een boze investeerder stapte zelfs naar de Ondernemingskamer – die niet genoeg grond zag voor een diepgravend onderzoek.
Wij waren in technologisch opzicht veel beter dan onze Amerikaanse concurrenten, maar wij waren er niet goed in dat te laten zien aan onze investeerders
Hij had de investeerders beter in zijn verhaal moeten ‘meenemen’, beseft Hoefsloot nu. „Dat is wel één van mijn lessen geweest, ja. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat wij in technologisch opzicht veel beter waren dan onze Amerikaanse concurrenten. Maar wij waren er niet goed in dat te laten zien aan onze investeerders. Je hebt eigenlijk heel veel kennis nodig over hoe je je door al die investeringsrondes heen baant. Die misten we. Achteraf zou ik dat heel anders aangepakt hebben. En dat kan ik nu luchten bij andere jonge ondernemers.”
„Het is therapie voor Lex!”, roept Van der Meulen.
Hoefsloot: „Ja, dat is het, honderd procent. Je zelfvertrouwen krijgt natuurlijk een behoorlijke deuk na zo’n faillissement. Dus ja, wat ik nu doe, is in zekere zin therapeutisch.”
Camperreis met gezin
Twee jaar na het bankroet is Hoefsloot eigenlijk nog steeds aan het bijkomen van alles wat er is gebeurd. Komende maand doet hij voor het eerst van zijn leven mee aan een triatlon, een vriend haalde hem over. „Ik heb echt moeten leren zwemmen, de borstcrawl kon ik niet. Maar als je alleen de schoolslag doet, is alle energie uit je benen voordat je gaat hardlopen.”
Bij het trainen komen „veel herinneringen boven”, zegt hij. „Er is nog veel wat ik een plekje moet geven. Het is bovendien fijn weer een doel te hebben, iets wat echt concreet is. Ook dat is therapeutisch.”
Leven zonder doel vindt hij „oprecht lastig”, geeft hij aan. „Ik heb altijd naar een doel toegewerkt. Niet alleen met Lightyear, ook daarvoor al, met het solarteam. Je bent zo bezig met: om dáár te komen, moet ik eerst naar X toe – tot je bij een einddoel bent. En als dat einddoel weg is… wat doe je dan?”
Het is fijn om met de triatlon weer een doel te hebben. Ook dat is therapeutisch
Dat hij dit moeilijk loslaat, bleek ook tijdens de camperreis die hij na het faillissement maakte. Hoefsloot was vier maanden op pad in Zuid-Europa met zijn vriendin Tessie, die als investment manager bij Lightyear werkte, en hun twee kleine kinderen. „We dachten: we gaan lekker rust nemen. Maar dat lukte dus echt niet. We gingen elke twee dagen ergens anders heen. En als we er dan toch waren, dan wilde ik ook alles zien.”
Ze reisden door Spanje, Portugal, Italië, staken over naar Griekenland en keerden via de Balkan terug. „Achteraf gezien had ik liever niet zo veel kilometers gemaakt. We hebben zelfs nu nog maar 1 procent van Zuid-Europa gezien.”
Confrontatie
Hij zat in een diep dal na het faillissement, bekent Hoefsloot. Zonder de aandacht die zijn – inmiddels drie – kinderen vragen, had hij het nog veel zwaarder gehad, zegt hij.
Hij denkt even na. „Een kind werkt… ontwapenend. Zonder hen was het echt moeilijker geweest. Mijn identiteit hing lange tijd sterk af van het ondernemerschap. Als mensen me in de periode van Lightyear vroegen hoe het met mij ging, wijdde ik een halve zin aan mijzelf en daarna ging ik direct over het bedrijf praten. Het is goed nu te beseffen dat je naast het werkend leven ook een gewoon leven hebt.”
In zijn verwerkingsproces heeft Hoefsloot na de camperreis veel van de investeerders in Lightyear opgezocht, vertelt hij. „Ik ben die confrontatie bewust aangegaan. Je wil toch ook kijken: ben ik nou gek? Hebben jullie het allemaal zo heel anders beleefd? En dan hoor ik ook: jullie waren echt heel dichtbij.”
Het hielp hem. „Veel zeggen zelfs: geef je ambitie niet op. Dat had ik echt nodig. Zij hielpen me inzien dat ook dingen wél waren gelukt. Als je altijd met het uiteindelijke doel bezig bent geweest en je haalt dat niet, dan is in je hoofd eigenlijk alles mislukt.”
Niet met elke investeerder is het goed gekomen. „Een kleine groep is nog emotioneel. Daar heb ik vervelende gesprekken mee, die ook blijven plakken. Ik word dan erg geholpen door mensen die mij uitleggen dat boosheid ook een vorm van onverwerkt verdriet is.Verdriet over hun verloren gegane investering.”
Zwart-wit
Een nieuw, bescheidener doel dan ‘de nieuwe Elon Musk worden’ heeft Hoefsloot gevonden in zijn advieswerk. Dat doet hij niet alleen bij de TU Eindhoven, maar ook voor overheidsinvesteringsfonds Invest-NL en voor Techleap, de netwerkorganisatie die onder leiding van prins Constantijn start-ups, investeerders, overheden en succesvolle ondernemers bij elkaar probeert te brengen.
Of, nou ja, bescheiden: Hoefsloot wil helpen een groot probleem op te lossen dat de Europese start-upwereld al jaren bezighoudt. Hoe voorkomen we dat hier zoveel meer start-ups sneuvelen dan in de VS?
Voor een deel is dat een kwestie van geld. Investeringsrondes zijn in Europa kleiner, en veel geld komt van overheden, die terughoudender investeren en minder risico nemen. In de VS bestaat bovendien meer een cultuur van succesvolle start-up-oprichters die – eenmaal rijk – hun geld opnieuw investeren in startende bedrijfjes.
Het is óók een kwestie van „mindset”, en daar is Hoefsloot vooral mee bezig. „In de VS gaan ze door drie deuren en vijf muren heen om iets voor elkaar te krijgen.”
Lightyear-oprichter Lex Hoefsloot (rechts) is mentor van student-ondernemer Bob van der Meulen.
Foto Merlin Daleman
Dus vertelt hij jonge ondernemers graag een anekdote uit de eerste jaren van Lightyear. „In 2020 hebben we een model van onze auto op een schip naar de VS gezet en zijn we daar op de bonnefooi heengegaan. De eerste dagen hadden we één of twee meetings, dat was niet best. Maar een ervan was wél met een interessante oprichter van een succesvol bedrijf, die ons in contact bracht met zijn netwerk. In een mum van tijd hadden we twintig afspraken. We hebben de auto bovendien voor een hotel gezet waarvan we gehoord hadden dat er veel investeerders kwamen. Dat werkt dus, zo’n object trekt de aandacht. Uiteindelijk zaten we die week ook bij de chief technology officer van Tesla. Ja, dat was natuurlijk dé man met wie we wilden spreken. Soms moet je je eigen geluk gewoon creëren.”
Typisch Nederlandse reactie
Hoefsloots mindset botst met de diagnose die na het faillissement van Lightyear wel werd gesteld: het zou véél te ambitieus zijn geweest auto’s te gaan bouwen. Daar is Hoefsloot het uiteraard niet mee eens – dat vindt hij een typisch Nederlandse reactie. Wel had de strategie om geld op te halen beter geënt moeten worden op die terughoudendheid, denkt hij. „We hebben misschien te veel een hybride Nederlands-Amerikaans bedrijf gebouwd. We hadden eerder moeten vaststellen dat we in Nederland niet voldoende geld konden ophalen voor dit plan, en veel eerder naar de VS moeten gaan. Ik zou dat elke ondernemer nu aanraden.”
Je moet rigoureus durven zijn, houdt hij jonge ondernemers voor. „Heel zwart-wit denken. Bij Lightyear hadden we dat meer moeten doen, en ik hoor het ook veel anderen zeggen die een bedrijf hebben opgericht.”
We hadden veel eerder naar de VS moeten gaan. Ik zou dat elke ondernemer nu aanraden
Maar het omgekeerde gebeurt vaak, zegt hij. „Je ziet bij heel veel start-ups in Nederland dat er een punt komt, waarop ze hun ambities verkleinen. Dat doen we te snel. In Nederland saboteren we onszelf vaak: uit angst om te verliezen, willen we niet winnen.”
Hoefsloot waarschuwt jonge ondernemers als Van der Meulen zo níét te handelen. Bij het opzetten van de Nederlandse accelerator gebeurde het al, vertellen ze. Van der Meulen overwoog het bedrag dat hij wilde ophalen te verlagen, om de haalbaarheid te vergroten. Nee, zei Hoefsloot, zet nou eens hoog in. „Je kunt die ambitie maar één keer verliezen. Als je die hebt losgelaten, ben je haar kwijt.” Hooguit pak je iets tijdelijk wat kleiner aan. „Maar je droom moet je vasthouden.”
Lightyear is uiteindelijk wel doorgestart met een bescheidener ambitie. In Venray werkt het nu als toeleverancier aan zonnedaken voor auto’s. Met diverse automerken lopen geheime pilotprojecten. Hoefsloot is heel zijdelings betrokken. „Ik vond het fijn het boek even dicht te doen.”
Grijze haren
Na het faillissement van Lightyear uitten investeerders en andere betrokkenen diverse punten van kritiek. Zo had het bedrijf zich ook moeten richten op het vermarkten van eigen technologieën – zoals nu – en eerder ervaren personeel moeten binnenhalen.
Daar denkt Hoefsloot anders over. „Over het algemeen is het lastig om toeleverancier te zijn. Je hebt vaak een paar grote bedrijven waar je aan levert, die een monopolie hebben. De auto-industrie is misschien wel het beste voorbeeld. Ze hebben veel macht om jouw prijs te drukken, want je kan je product toch alleen maar aan hen kwijt.”
In Nederland saboteren we onszelf vaak: uit angst om te verliezen, willen we niet winnen
Ook het verwijt dat Lightyear te weinig ‘grijze haren’ had binnengehaald – mensen met ervaring in de autosector of in de financiële wereld – stuit op twijfel bij Hoefsloot. Het gaat er volgens hem ook om wélke ervaring ze binnenbrengen. „Vaak huren start-ups mensen in die afdelingen hebben geleid bij grote bedrijven. Dat is echt tricky, denk ik. Tussen een bedrijf opbouwen of voortzetten zit een fundamenteel verschil.”
Missie
En nu? Gaat hij nog jarenlang ondernemers begeleiden? Af en toe borrelen ideeën op voor een nieuw bedrijf. „Ik verkondig dat iedereen ambitie moet hebben. Toch is dat voor mezelf wel even lastig. Ik wil die hoofdpijn niet nog een keer, denk ik dan. Maar zo werkt het niet. Je weet van tevoren dat die hoofdpijn weer een keer komt als er moeilijke momenten zijn.”
Onderweg met de camper, die op diesel reed, dacht hij af en toe: het blijft een goed idee, een zonnedak op je auto. Maar Hoefsloot merkt dat hij nu kritischer is; de vraag is of een idee wel werkt, of het wel goed genoeg is. Precies de barrières die hij probeert te slechten bij de start-ups die hij begeleidt. „Dat helpt ergens ook wel. Ik snap dat mensen die barrières voelen.”
Als Hoefsloot een nieuw bedrijf zou beginnen, moet dat een ‘missie’ hebben – dat weet hij zeker. „Ik heb veel nagedacht over waar die onrust bij mezelf vandaan komt. Ik denk dat het te maken heeft met iets wat meer mensen hebben: de wereld staat in de fik, doe ik daar iets aan of ben ik er puur gebruik van aan het maken?”
Een grote, bestaande onderneming heeft volgens Hoefsloot vaak moeite een missie in „de haarvaten” te krijgen. „Het bedrijf is op een bepaalde manier gebouwd, gegroeid. Het wordt op een bepaalde manier bestuurd. Een missie wordt dan al snel een sausje.”